Ik zat net kipsaté te eten, toen ik op teletekst las dat er mogelijk een dode is gevallen door een kipbacterie.
Volgens het bericht is het niet zeker dat de overleden patiënt de besmetting heeft opgelopen door het eten van kippenvlees, maar onderzoekers op een congres in Leiden wijzen op het belang van het hygiënisch bereiden van kip en eisen van supermarkten dat deze geen vlees meer verkopen met resistente bacteriën.
Wordt het zo zoetjesaan niet tijd om voedsel te gaan bestralen? Want ook al doen fokkers van kippen en andere beesten nog zo hun best, bacterievrije dieren bestaan niet. Er bestaat echter wel een probaat middel om bacteriën in voedsel dood te maken: bestraling.
Voedsel wordt blootgesteld aan straling bestaande uit versnelde electronen of aan gammastraling, elektromagnetische straling met een hogere energie per foton dan ultraviolette of röntgenstraling. De straling doodt bacteriën maar het voedsel wordt NIET radioactief. Dat laatste kan alleen gebeuren in het geval van radioactieve besmetting, d.w.z. als er radioactieve stoffen in het voedsel terecht zouden komen. Daar is bij bestraling geen sprake van.
Wel kunnen er radiolyseproducten (chemische veranderingen omdat de straling ion- of atoombindingen in moleculen verbreekt) ontstaan en verlies aan vitamines optreden. Deze nadelige effecten zijn afhankelijk van de gebruikte dosis.
De WereldGezondheidsOrganisatie (WGO), de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en het Internationale Agentschap voor Atoomenergie (AIEA) besluiten allemaal dat doses lager dan 10 kGy:
- geen veranderingen veroorzaken in de samenstelling van voedingswaren die, vanuit toxicologisch standpunt, een nefaste invloed zouden kunnen hebben op de menselijke gezondheid;
- het microbiologisch risico voor de consument sterk beperken;
- geen verlies in voedingswaarde veroorzaken die een negatief effect zou kunnen hebben op de voedingstoestand van individuen of bevolkingen.
Als gevolg kunnen voedingsmiddelen die zijn behandeld met doses lager dan 10 kGy worden beschouwd als zeker en met een voldoende grote voedingswaarde wanneer ze conform goede productiepraktijken geproduceerd zijn.
Ooit, onder Paars I, hadden we een domme staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die de vraag kreeg voorgelegd of het niet beter was om voedsel te bestralen. Ze trok een vies gezicht en zei iets in de trant van: Hè bah! Nee, dan zitten de dode bacteriën in het voedsel. Alsof je die bacteriën kunt proeven. Dat domme mens had meteen een motie van wantrouwen aan haar broek moeten krijgen.
Meer over straling en radioactiviteit op De Groene Rekenkamer.
Zie ook John Stossel: Are Anti-Irradiation Groups Making Our Food Less Safe? Video.
Dit artikel verscheen eerst op 24 september 2010 op Het Vrije Volk