In een essay onder de titel "Het Westen heeft een nieuwe moraal nodig" vraagt de Vlaamse objectivist, Nikolaas de Jong zich af, of de Westerse wereld nog te redden is. Tot zijn natuurlijke einde doorgevoerd leidt de ethiek van het goede zelfoffer onvermijdelijk tot cultuurvernietiging, omdat het alle andere waarden overstijgt.
Het Westen heeft een nieuwe moraal nodig.
Door Nikolaas de Jong
Dat het Westen deze dagen in verval is, heeft iedereen aan de rechterzijde intussen wel begrepen.
Op wereldniveau verliest de Westerse wereld gestaag aan invloed, niet uit objectieve zwakte, maar
uit eigen keuze. Intern wordt onze samenleving geteisterd door de oprukkende politieke correctheid
en het multiculturalisme, alsmede de aanhoudende groei van de staatsinterventie in alle domeinen
van het leven. Wanneer het erop aankomt oplossingen te vinden voor de Westerse malaise, heerst eveneens een
zekere consensus aan de rechterzijde. De oorzaak voor het verval van onze cultuur is te vinden in de
secularisering, het oprukkende materialisme en individualisme, kortom, het verval van de
traditionele christelijke moraal die het Westen eeuwenlang gedefinieerd heeft en richting heeft
gegeven.
Om het Westen nieuw leven in te blazen, moeten we dus proberen de traditie te herstellen.
Conservatieven en reactionairen proberen dit te doen door hun ideeën te verspreiden, in de hoop dat
de culturele oriëntatie van de samenleving geleidelijk aan van links terug naar rechts zal
verschuiven.Stam- en clandenken
De eerste vraag die zich stelt bij zo'n vermeende oplossing is natuurlijk of ze realistisch is.
Uiteindelijk heeft het Westen een proces doorlopen dat veel culturen doorheen de geschiedenis
onvermijdelijk doorlopen hebben. Een beschaving wordt altijd bijeengehouden door bepaalde waarden en normen, door bepaalde strikte morele regels.
Maar wanneer die beschaving floreert en
welvarender en complexer wordt, begint men die oude morele regels in vraag te stellen, of ziet men
er het nut niet meer van in. De cultuur verliest dan zijn oude morele kompas, zonder dat er iets voor
in de plaats komt, en desintegreert vervolgens. Op welke manier zullen conservatieven erin slagen
de hele samenleving er weer min of meer van te overtuigen een traditionele moraal en levenswijze
te omarmen die eigenlijk via een logisch proces aan invloed hebben verloren? De vraag stellen is ze
beantwoorden.
Maar er is meer aan de hand met de conservatieve levensvisie. Want wat conservatieven niet
begrijpen, is dat het modernisme (zoals zij het noemen) in feite helemaal niet tegengesteld is aan de
christelijke traditie, maar er rechtstreeks uit voortvloeit. Om uit te leggen waarom dat zo is, doen
we er goed aan eens duidelijk de Westerse ethiek en mentaliteit te omschrijven.
De Westerse cultuur ontstond tijdens en na de desintegratie van de klassieke beschaving. In
tegenstelling tot de beweringen van classici die van het oude Griekenland een voorbeeld voor het
verlichte Westen gemaakt hebben, verschilde de mentaliteit van de oude Grieken en Romeinen
radicaal van de onze.
De klassieke beschaving was om te beginnen collectivistisch: wat telde was de
familie of de stam, niet het individu, en individuen hadden alleen maar rechten als lid van een
bepaalde groep in de samenleving, niet als individu. In de klassieke beschaving zag men dan ook
geen graten in de praktijk van slavernij.
Maar vanaf de destructieve Peloponnesische oorlogen in Griekenland, en wat later in Rome, verloor
de klassieke beschaving haar morele zelfvertrouwen. Zowel de destructieve conflicten als de
opkomst van de democratie deden de oude visie op de samenleving wankelen. Het was niet langer
zeker dat bepaalde mensen geboren waren om te heersen, en anderen om te dienen, en men begon
eveneens te twijfelen aan de natuurlijke indeling van de samenleving in groepen.
Christelijke contradictie
Deze desoriëntatie verklaart de populariteit van het christendom. In de christelijke wereldvisie
telde elk individu, en kon elk individu gered worden. Gezien deze nadruk op individuele redding,
maar ook gezien het feit dat mensen als individu de beslissing namen toe te treden tot de kerk,
betekende de geboorte van het christendom ook de geboorte van het individu.
Maar naast het individualisme bracht het christendom ook het altruïsme voort, dat er niet mee te
verzoenen valt. Dit is waar Westerlingen eigenlijk niet begrijpen wat er scheelt met hun eigen
ethiek: ze geloven dat het altruïsme gewoon betekent dat we aardig moeten zijn tegen anderen, of
dat we soms wat medelijden moeten hebben met mensen in nood.
Maar in wezen betekent altruïsme
zelfopoffering: volgens het christendom hebben we de verplichting al onze energie te besteden aan
eenieder die het minder goed heeft dan wijzelf, omdat het ongeluk van een ander eigenlijk als de schuld
van de gelukkige beschouwd wordt.
Degenen die het niet eens zijn met deze stelling, moeten er maar de geschriften van de vroege
christelijke auteurs bijnemen, te beginnen natuurlijk bij Sint-Augustinus. Denken aan je
eigenbelang wordt als een doodzonde omschreven, en zelfopoffering is altijd het morele ideaal voor
de echte christen.
Men zal hier tegenwerpen dat het christendom door de eeuwen heen wel
individuele rechten gerespecteerd heeft en bijvoorbeeld de scholastici de theorie van het
eigendomsrecht hebben ontwikkeld. Maar in wezen heeft het christendom het nastreven van
eigenbelang slechts getolereerd, en nooit goedgekeurd of aangemoedigd.
De kerk zag uiteraard in
dat de samenleving in elkaar zou storten als iedereen zich als Moeder Theresa zou gedragen, om de
simpele reden dat er niets meer geproduceerd zou worden, en omdat het onmogelijk zou zijn
mensen te dwingen de altruïstische moraal consequent toe te passen.
Heidenen
De boodschap van de kerk aan
degenen die hun eigen leven wilden verbeteren was in feite de volgende: “je gedrag is zondig, maar
we staan het toe omdat we weten dat je niet vatbaar bent voor verbetering.” Een aanmoediging van
het streven naar eigenbelang kun zo'n houding nauwelijks noemen.
Een tweede belangrijk kenmerk van de klassieke beschaving, waarin het christendom grote
verandering bracht, was een irrationele wereldvisie. Ook in dit geval leeft nog de mythe dat de
heidenen respect hadden voor logica en objectieve waarneming, en dat het christendom met haar
irrationalisme en mystieke inslag eeuwenlang de vooruitgang van de wetenschap tegengehouden
heeft; zelfs academici presteren het vandaag de dag om de filosofie van de verlichting het “Griekse
rationalisme” te noemen.
Maar de heidenen waren allesbehalve rationeel: ze geloofden onder
andere dat het leven en universum aan cyclische patronen beantwoordden, en dat objecten zoals de
hemellichamen een ziel en dus vrije wil hadden – afgezien nog van het eerder vermelde
collectivisme van de klassieke beschaving. Het christendom daarentegen voerde een lineaire visie
op het bestaan in, waarin de mens er op kon rekenen vooruitgang te boeken.
Daarnaast ging het
christendom uit van een schepper voor het universum, die de wereld logisch had georganiseerd
zodat de mensen er zonder al te veel problemen hun leven in zouden kunnen opbouwen.
Maar ook de logische wereldvisie die het christendom ons meegaf, vond vanaf het begin zijn
tegenstelling in een andere christelijke neiging, het utopisme.
In de eerste eeuwen van het
christendom geloofde de kerk in de vervulling van het christelijke paradijs op aarde zelf; toen
duidelijk werd dat deze vervulling er niet zou komen, plaatste de kerk deze utopie in een verre
toekomst.
Maar het christendom bleef getekend door het beeld van de utopie als het ideaal voor de
mens: een wereld waarin niemand honger zou lijden, niemand onderdrukt zou worden, en waarin
niemand iets tegen zijn zin zou moeten doen.
Het was ook Augustinus die toen een valse dichotomie invoerde in het menselijke bestaan. Bij de
desintegratie van de klassieke wereld en het wegvallen van de oude morele restricties, schenen veel
mensen verwacht te hebben dat er nu een ideale wereld kon ontstaan.
Zoiets was natuurlijk
onmogelijk, en Augustinus stelde dat we uit deze ervaring moesten afleiden dat de mens gedoemd is
altijd fundamenteel miserabel en ongelukkig te blijven terwijl hij naar een utopie verlangt.
Degene
die de visie van Augustinus in de verlichting zou seculariseren, was natuurlijk Immanuel Kant.
Omdat de mens niet almachtig is, kan hij niets, zei Augustinus; omdat de mens keuzes moet maken,
is hij onvrij, stelde Kant.
Modern christendom
Als we naar de huidige debatten rond het verval van het Westen terugkeren, zien we duidelijk hoe
alle moderne ideologieën die het Westen ondermijnen, niets anders dan moderne incarnaties van het
christendom zijn, en bovendien dat links en rechts het in feite eens zijn over fundamentele
waarden, maar gewoon een andere opvatting hebben over hoe we in de praktijk aan de imperatieven
van de christelijke moraal moeten voldoen.
De linkse ideologieën die het Westen sinds de Franse revolutie in hun ban hebben, zowel het
Marxisme als het vandaag de dag wijdverbreide “gematigde” progressivisme (wat in de VS 'Liberalism' genoemd wordt) zijn in wezen niets anders dan updates van het christendom voor het industriële tijdperk.
De wetenschappelijke en industriële vooruitgang die aan het eind van de
achttiende eeuw inzette, gaf de mens een nieuw vertrouwen in zijn eigen kunnen, en plots leek de
vervulling van de oude christelijke utopie een kans van slagen te hebben.
Zowel liberalen als
Marxisten dachten dat de industriële samenleving op termijn een wereld van vrede en overvloed zou
creëren, waarin iedereen volmaakt gelukkig was. Voorstanders van de vrije markt verdedigden de
vrije markt voor de rest alleen maar omdat ze geloofden dat dit het beste systeem is om de
zwakkeren in de samenleving te helpen, of omdat ze geloofden dat de mens altijd egoïstisch en
zondig zal blijven, niet omdat ze het als het beste systeem voor de ontplooiing van het individu
beschouwden.
De altruïstische inslag van het Marxisme behoeft geen uitleg. In de progressieve
houding van vandaag worden trouwens ook perfect de twee elementen van de christelijke
wereldvisie belichaamd: we denken dat we een ideale wereld kunnen creëren, waarin alle volkeren
en religies in vrede en welvaart kunnen samenleven, en de Westerlingen zijn degenen die via
zelfopoffering deze ideale wereld tot stand moeten brengen.
Conservatieven zullen het vaak hebben over de tegenstelling tussen het geloof in een hoger wezen,
en dus ook in een vaste moraal, van het christendom, en anderzijds het 'rationalisme' van links-liberalen,
socialisten en Marxisten. De vraag is echter: wat betekent rationalisme? Het woord heeft
verschillende betekenissen. De enige juiste betekenis is: in overeenkomst met de realiteit, in
overeenkomst met de wet van oorzaak en gevolg.
Irrationeel
Maar vandaag de dag wordt rationaliteit vaak
gezien als een synoniem van 'zonder geloof in een bovennatuurlijk wezen'. Godsgeloof mag dan
wel irrationeel zijn, maar dat betekent niet dat men niet irrationeel kan zijn als atheïst. Het
dialectisch materialisme en de komst van het Marxistische arbeidersparadijs zijn bijvoorbeeld
volledig irrationeel, en het Marxisme heeft meer gemeen met het eveneens altruïstische en
utopische christendom dan met de werkelijk rationele filosofie van Ayn Rand.
Net zoals het
mogelijk is dat een katholieke aanhanger van Thomas van Aquino, een filosoof die de werkelijk
rationalistische ideeën van Aristoteles verder uitwerkte ondanks zijn geloof, dichter zou kunnen
staan bij Ayn Rand dan bij een aanhanger van Augustinus.
Het klopt evenmin dat het Christendom ons een 'objectieve' moraal aanreikt in tegenstelling tot
allerlei seculiere ideologieën, om de eenvoudige reden dat het bestaan van God, en van een ethisch
systeem dat overeenkomt met de wil van God, niet bewezen kan worden. Christenen mogen dan
wel zeker zijn van het bestaan van God, en zullen verklaren dat zoiets niet rationeel uit te leggen
valt.
Maar als we dingen aannemen zonder rationele uitleg, kunnen we om het even wat aannemen.
En zo nemen verschillende religies ook het bestaan van verschillende bovennatuurlijke wezens aan,
en hebben ze allemaal hun eigen door God of goden gesanctioneerde wet.
Bovendien moeten we
niet vergeten dat het christendom ook begon als een subversieve, revolutionaire sekte, die de
eeuwenoude en beproefde moraal van de klassieke beschaving in vraag durfde te stellen, en slechts
zelf een gevestigde traditie is kunnen worden omdat het erin slaagde zich uit te breiden.
Als we goed kijken zien we dat het conservatisme vandaag de dag vooral de 'realistische' stem
vertegenwoordigt, tegenover de idealistische stem van links; met andere woorden, het verstand
versus het hart. Links staat voor meer altruïsme en zelfopoffering in de vorm van
overheidsinterventie in de economie en de uitbreiding van de verzorgingsstaat; rechts durft niet
zeggen dat dit immoreel is, maar stelt gewoon dat het onpraktisch is.
Valse keuze
Links staat voor massaimmigratie
en wil het proletariaat van de derde wereld met Westers geld onderhouden; rechts durft
niet te stellen dat zo'n houding immoreel is, maar zegt dat het niet haalbaar is. Op korte termijn
zullen mensen misschien de roep van het hart negeren uit eigenbelang en realisme, maar op langere
termijn zal het hart winnen.
Als het morele klimaat een bepaalde handelwijze dicteert, zullen
mensen die handelwijze volgen hoe desastreus ook de effecten ervan zullen zijn. Precies omdat die
moraal hen vertelt dat ze niet het recht hebben positieve resultaten of geluk te verwachten.
Getuige
daarvan de gestage groei van de verzorgingsstaat sinds het einde van de negentiende eeuw: het was
toen bekend, en is intussen al honderden keren aangetoond, dat een socialistische economie
volkomen disfunctioneel is, maar toch is ze er, omdat de zelfopoffering voor de ongelukkige
medemens het hoofddoel was en niemand vragen durfde te stellen bij zo'n nobele motivatie.
Conservatieven besluiten eigenlijk dat we wat harder moeten worden, wat genadelozer, kortom,
zoals we vroeger waren. De naoorlogse samenleving is misschien heel beschaafd, maar heeft ons
volledig verzwakt en onze vechtlust weggenomen. Terwijl links zegt dat we de moraal van het
altruïsme moeten volgen, zegt rechts dat we die even moeten laten liggen, omdat we feilbare
mensen zijn.
Of anders gezegd: we moeten meer zoals onze vijanden zijn. Hier hebben we te maken
met de typische valse dichotomie van het altruïsme: ofwel zijn we moreel en offeren we onszelf op
voor anderen, ofwel zijn we niet moreel en offeren we andere mensen aan onszelf op. Niemand lijkt
eraan gedacht te hebben dat we gewoon het leven en het bezit van andere mensen kunnen
respecteren, zonder meer.
De enige manier om de Westerse cultuur te redden is het wegwerken van de contradicties in die
cultuur: de contradictie tussen altruïsme en individualisme, en de contradictie tussen utopisme en
rationalisme.
Het streven naar geluk
De hoofdeenheid van de samenleving is het individu, en het individu is een doel in
zichzelf. Het individu staat in voor de vervulling van zijn eigen leven, en hoeft zijn eigen leven niet
in dienst te stellen van anderen, om welke reden dan ook, en verwacht ook niet van anderen dat ze
zich voor hem opofferen.
Ook moeten we inzien dat de samenleving slechts een verzameling van
individuen is, en dat de enige doelen die in een samenleving bestaan, die van individuen zijn. De
samenleving of de mensheid kan en moet geen doelen nastreven, zoals we vandaag de dag maar al
te vaak denken.
En om te overleven zal de mens altijd inspanningen moeten doen, en zal hij altijd
keuzes moeten maken: een utopische toestand, zoals die waarin Adam en Eva leefden, is eigenlijk
een niet-menselijke toestand. Wie zoals Augustinus vindt dat de mensen gedoemd is tot ongeluk
omdat hij er niet in slaagt een niet-menselijke toestand te bereiken, negeert de aard van de mens
volledig.
De mens kan, zoals elk levend wezen, voldoening en dus geluk vinden in zijn leven door
zijn eigen levensdoelen na te streven en te vervullen
Gerelateerd