Medio mei gaf Yaron Brook, directeur van het Ayn Rand Institute een lezing in het cultureel studentencentrum van de UvA met de titel 'De moraal van het kapitalisme'. Aansluitend gaf Brook een interview aan freelance-journalist Marco Visscher. Het artikel werd eerder gepubliceerd in Trouw, bijlage 'Letter en Geest'
Interview Yaron Brook in de trouw van vandaag. "Wij kapitalisten houden van mensen" pic.twitter.com/2PREAWbUYw
— Yernaz Ramautarsing (@YerRamautarsing) May 31, 2014
UPDATE: Engelse tekst volgt hier zo spoedig mogelijk
Engelstalige vertaling van interview voor jaarboek CLIO, studievereniging uit Groningen pic.twitter.com/cCg47uMXfA
— Yernaz Ramautarsing (@YerRamautarsing) June 11, 2014
2 juni 2014
Artikel: 'Wij kapitalisten houden van mensen'
Hij voelt zich meer thuis bij de demonstraties van de Tea Party dan bij die van Occupy. Toch leest Yaron Brook een boek van iemand die de ‘nieuwe Marx’ wordt genoemd. Tijdens zijn vlucht naar Nederland heeft hij uren zitten lezen in Capital in the Twenty-First Century. In deze onwaarschijnlijke bestseller – inspiratiebron voor linkse leiders en opiniemakers over de hele wereld – zet de Franse econoom Thomas Piketty uiteen waarom ongelijkheid is toegenomen. Ook wordt gepleit voor een vermogensbelasting van 80 procent voor de superrijken. (red. Piketty Live Blog)Uw pleidooi lijkt een typisch geval van slechte timing. Groeiende ongelijkheid wordt gezien als een onvermijdelijk gevolg van het kapitalisme.
‘De huidige toename in ongelijkheid is net zo goed een gevolg van overheidsbeleid. Neem de beslissing om de banken te redden en de rijken vrij te stellen. Of neem de beslissing om de rentevoet rond nul procent te brengen. Wie heeft daar baat bij? Niet de gewone mensen die een beetje proberen te sparen. Een lage rente helpt de rijken op de aandelenbeurs, de investeerders in riskante ondernemingen en de banken op Wall Street. Zulk beleid leidt tot meer ongelijkheid.’
De crisis wordt intussen alom gezien als het failliet van het kapitalisme.
‘Dat is toch van de gekke! Hoe kan er nu sprake zijn van kapitalisme wanneer de overheid iedere sector reguleert? Ja, we nóemen het kapitalisme, maar we hébben helemaal geen vrije markt die vrij is van inmenging van de overheid. Als we naar de realiteit zouden kijken, zien we dat overheidsregulering heeft gefaald. Maar die conclusie wil niemand trekken. Dus houden we onszelf liever voor de gek en zeggen we allemaal dat het kapitalisme heeft gefaald.’
Waarom zouden we onszelf voor de gek houden?
‘Omdat we anders worden geconfronteerd met het tegendeel van onze vooroordelen. We buigen liever de feiten om dan dat we een draai maken in onze diepgewortelde overtuigingen. Dus negeren we het feit dat de mensheid eeuwenlang heeft voortgeploeterd totdat het kapitalisme een einde maakte aan ons miezerig leventje als armoedig boertje, onderdanig aan de koning, de feodalen en de geestelijken, die vroeger de “1 procent” uitmaakte.
Ineens was er een steeds verder gaande verbetering in onze materiële voorspoed en algemeen welzijn – zelfs zoveel dat we ons schuldig zijn gaan voelen. We vinden dat we het niet hebben verdiend. We kunnen niet omgaan met het succes van het kapitalisme en daarom zijn we we ons eigen succes gaan tegenwerken. En zo zijn we doof en blind geworden voor een eenvoudige conclusie, namelijk dat kapitalisme werkt.’
Daags voor onze ontmoeting hield Yaron Brook een gloedvol betoog om de morele waarde van het kapitalisme uit te leggen. In CREA, het cultuurcentrum voor Amsterdamse studenten, zagen zo’n zeventig bezoekers een zelfverzekerde man op het podium die bijna twee uur uit het blote hoofd sprak. Het publiek betrok hij zoals een docent die geregeld aan zijn studenten vraagt om zijn zinnen voor hem af te maken en in te vullen.
Brook wijst erop dat de meeste innovatie komt uit sectoren die nog relatief weinig gereguleerd zijn, zoals de technologie-industrie in Silicon Valley. Maar waar veel regulering is, zoals in de auto- en vliegtuigindustrie, komt de innovatie tot stilstand. Brook: ‘Je hebt in Californië een vergunning nodig om shampoo op de markt te brengen. Wie profiteert daarvan? De bedrijven die shampoo maken.’
Vanwaar dat verlangen om te reguleren?
‘Er is een fundamenteel wantrouwen van financieel gewin. In Amerika hangt er bij iedere lift een bordje, waarop staat dat een inspecteur van een overheidsinstantie heeft vastgesteld dat de lift werkt. Waarom is dat? Omdat we er kennelijk vanuit gaan dat liften massaal naar beneden storten wanneer er niet af en toe een ambtenaar komt controleren of de boel wel werkt. Wat absurd!
Als je mensen vraagt wat er zou gebeuren als wetgeving en toezicht op de voedingsindustrie zou verdwijnen, zeggen ze dat ons vlees zal worden vergiftigd. Huh?! Een bedrijf heeft er toch niets aan als klanten ziek worden en overlijden? De markt kan en zal zichzelf reguleren, puur uit eigenbelang. Niemand vertrouwt dat, dus nu zitten er telkens bureaucraten tussen.’
Hoe kunnen we erop vertrouwen dat banken een zelfregulerend vermogen hebben?
‘Dat is gebleken. J.P. Morgan runde in 1907 de meest vooraanstaande bank. Dus toen er een crisis kwam, compleet met bankrun, riep Morgan alle belangrijke bankiers bij hem op zijn kantoor, deed de deur op slot en zei dat niemand weg zou gaan voor het probleem was opgelost. Dat lukte; zij stopten eigen geld in de falende banken. Interessanter is dat niemand Morgan vertrouwde. Hij werd verketterd en overal van beschuldigd en voor het Congres gesleept en gestraft. Waarom? Hij had toch de financiële wereld gered?’
Waarom was dat volgens u?
‘Hij werd gewantrouwd, omdat zijn motivatie verkeerd was, namelijk: het was in zijn eigenbelang om de banken te redden. En als het in je eigenbelang is, wordt dat niet geaccepteerd. Dus in de nasleep van de paniek, honderd jaar geleden, werd de Federal Reserve opgezet, een centrale bank met wel duizend keer meer macht dan welke bank ooit had. Waarom vertrouwen we een centraal bankier? Omdat hij geen bonus krijgt. Omdat hij geen winst maakt. Omdat hij het publieke belang dient. Dan zal het wel goed zijn.’
Die centraal bankier in de Verenigde Staten was lange tijd Alan Greenspan, een student van Ayn Rand. Nadat de crisis was uitgebroken, gaf hij stamelend toe dat er ergens een hem onbekende weeffout moest zitten in de vrije markt.
Geïrriteerd: ‘Als Alan Greenspan echt in de vrije markt geloofde, had hij nooit die baan aangenomen. Zijn principes had hij toen allang verloren. In de jaren tachtig was hij hoofd van een commissie voor hervorming van de sociale zekerheid. Een echte student van Rand had gezegd: “Luister, dit systeem is immoreel, het kan niet werken, het moet worden geprivatiseerd”. Maar Greenspan verhoogde de belastingen en verlaagde de uitkeringen.’
Dat wordt in sommige landen gezien als teken van beschaving. Het is een manier om te zorgen voor de zwakkeren.
‘Ach, houd op. De verzorgingsstaat leert mensen te wennen aan het idee dat je ergens recht op hebt zonder iets te doen. Als je mensen afhankelijk maakt van overheidssteun zeg je eigenlijk dat ze hun verantwoordelijkheid en ambities moeten opgeven om zelf iets van hun leven te maken. Dat is funest voor hun eigenwaarde. Het stelsel van sociale zekerheid is slecht voor de ontvangers van uitkeringen; alle anderen voelen zich er juist goed door. Het is voor hen een manier om zich goed te voelen.’
Wie zorgt dan voor de mensen die buiten de boot vallen?
‘Vermoedelijk familie. Wellicht nog een kleine kringen van naasten. Misschien ook nog een paar mensen die uit oprechte liefdadigheid anderen willen helpen. Maar het is nooit een morele plicht om dat te doen. Andere mensen zijn jouw zaak niet.’
Het publiek dat zich voor de lezing van Brook had verzameld in CREA zal zelden iemand op een podium hebben gezien die zó weinig moeite deed om aardig gevonden te worden. Kritische vragenstellers viel hij in de rede. Als hij luisterde, rolde hij met zijn ogen. Bij tegenspraak koos hij de aanval. Dan stopt hij zijn gebalde vuist in de broekzak en oreerde hij verder in een nog hoger volume.
Vooral de mevrouw die opperde dat hij wellicht op weinig sympathie kan rekenen in de Chinese fabrieken waar onze elektronische gadgets worden gemaakt, kreeg een veeg uit de pan. ‘Jij dóet alsof je geeft om de mensen in China, want als je écht om hen gaf, zou je willen dat er meer ondernemers waren zoals Steve Jobs die eindeloos veel banen voor hen creëren.’
Doet u opzettelijk zo onvriendelijk tegen mensen die het niet eens zijn met u?
Voor het eerst aarzelend: ‘Nou, ja, misschien doe ik zo, omdat ik altijd dezelfde kritiek en vragen krijg... Ach, weet je, je moet niet te lief zijn als je mensen wil laten nadenken. Dan moet je confronteren.’
U krijgt het verwijt een hardvochtige filosofie te verspreiden.
‘Het klinkt hardvochtig, omdat we zijn geprogrammeerd te denken dat we onszelf moeten wegcijferen. Iemand die zichzelf opoffert, is goed; iemand die winst wil maken, is slecht. Ethiek draait om het dienen van anderen, dus wie zelfzuchtig is, wordt gezien als moreel verwerpelijk. Volgens mij staat die opvatting aan de basis van allerlei maatschappelijke problemen waar we vandaag tegenaan lopen. Voor míj klinkt het juist hardvochtig dat ik mijn leven in dienst moet stellen van anderen. Ik heb maar één leven; mag ik dan alsjeblieft zélf bepalen hoe ik daar het beste van maak?’
De ideeën van Ayn Rand zijn in Nederland neergesabeld door filosoof Hans Achterhuis in zijn boek De utopie van de vrije markt. Is er in een land als het onze, waarin we trots zijn op ons collectivisme, wel een plek voor haar filosofie?
‘Natuurlijk, overal is daar plek voor. Goed, het druist in tegen het christendom, tegen het gelijkheidsdenken in Europa, tegen het confucianisme in Azië. Maar dat betekent niet dat het altijd zo zal zijn. Filosofen veranderen de cultuur de hele tijd. Waarom zou de cultuur niet kunnen opschuiven in de richting van meer waardering voor eigenbelang?
Uiteindelijk gaat het hier om de bevrijding van een betuttelende, overheersende overheid en van de morele druk van anderen. We zouden de vrijheid moeten hebben om keuzes te maken waarvan wij denken dat ze het beste zijn voor ons. En als iedereen zijn eigenbelang nastreeft, zijn we er allemaal beter aan toe.
Onze cultuur is gemotiveerd door zelfhaat. Ayn Rand biedt juist een liefdevolle filosofie. Wij houden van mensen. Wij willen dat ze vooruit komen, dat ze hun dromen realiseren, dat ze het leven leiden zoals zij dat zelf willen. Hoe doe je dat? Door ze met rust te laten. Door ze niet lastig te vallen met regels, toezicht en morele veroordelingen. Dit is werkelijk de filosofie van liefde.’
Wie is Yaron Brook?
Yaron Brook (53) is ’s werelds vurigste pleitbezorger van de ideeën van Ayn Rand, de Amerikaanse filosofe die met name in de jaren vijftig en zestig opschudding veroorzaakte met haar aanval op altruïsme en pleidooi voor ‘ethisch egoïsme’. Haar bekendste boeken zijn De kracht van Atlantis en De eeuwige bron. Als directeur van het in Californië gevestigde Ayn Rand Institute verspreidt Brook haar gedachtegoed, ook wel ‘objectivisme’ genoemd. Brook, geboren in Israël, spreekt zich geregeld uit tegen overheidsregulering en de milieubeweging, en vóór individuele vrijheid en immigratie.
Wie is Yaron Brook?
Yaron Brook (53) is ’s werelds vurigste pleitbezorger van de ideeën van Ayn Rand, de Amerikaanse filosofe die met name in de jaren vijftig en zestig opschudding veroorzaakte met haar aanval op altruïsme en pleidooi voor ‘ethisch egoïsme’. Haar bekendste boeken zijn De kracht van Atlantis en De eeuwige bron. Als directeur van het in Californië gevestigde Ayn Rand Institute verspreidt Brook haar gedachtegoed, ook wel ‘objectivisme’ genoemd. Brook, geboren in Israël, spreekt zich geregeld uit tegen overheidsregulering en de milieubeweging, en vóór individuele vrijheid en immigratie.
Gerelateerd
- Lezingen van Yaron Brook in Amsterdam en Madrid
- De moraal van het kapitalisme
- Neo Socialisme Live Blog