vrijdag 6 februari 2015

De kruistochten waren geen christelijke jihad

Er zwerven een aantal zwamverhalen rond over de kruistochten, veelal op basis van een typische postmoderne hobby, de valse vergelijking: als islam en christendom beide religies zijn, dan zijn beide hetzelfde en dus waren de kruistochten een christelijke vorm van jihad. Tijd om eens te kijken naar de ware aard van de kruistochten.


De Kruistochten zijn volgens de postmoderne valse vergelijking het christelijke equivalent van jihad.

UPDATE: Obama heeft tijdens het jaarlijkse National Prayer Breakfast een uitgebreide speech gehouden waarin hij de aanval op christenen opende. Christenen moeten niet te hoog te paard zitten met hun kritiek op islam -- de Islamitische Staat heeft net een Jordaanse piloot levend verbrand -- want ook christenen hebben gedood uit naam van Jezus, waarbij hij als voorbeeld noemde, de kruistochten, de slavernij en de Amerikaanse racistische Jim Crow wetten. Je weet niet wat je hoort!



8 mei 2013

Tu Quoque* - Over de islam en de kruistochten


Door Ibn Warraq

Vaak, als ik kritiek lever op de misdaden die zijn geïnspireerd door het islamitische extremisme, krijg ik de tegenwerping dat het christendom zich ooit schuldig maakte aan dezelfde wandaden. Dat het christendom zich in het verleden intolerant heeft gedragen doet echter niets af aan kritiek op de huidige intolerantie van de islam.

Bovendien is de islamitische intolerantie een direct gevaar, terwijl christelijke intolerantie in het algemeen een historisch fenomeen is en niet langer een bedreiging voor de beschaving vormt. En de misdaden van het christendom werden opgetekend door de christenen zelf – een schril contrast met ons politiek correcte klimaat, waarin velen, moslims voorop, aarzelen om de islam te bekritiseren. 

Niettemin zou men kunnen wijzen op de tekortkomingen van het christendom in het verleden om te vermijden dat de islam als enige wordt gedemoniseerd. Maar dit principe dient dan wel twee kanten op te werken: we moeten ook voorkomen dat het christendom wordt gedemoniseerd en bereid zijn om te wijzen op de tekortkomingen van de islam.

In december 2008 presenteerde Boris Johnson, burgemeester van Londen, een BBC-programma over de kruistochten dat de schuld daarvoor geheel bij de christenen legde. Het programma wees erop dat na de verdrijving van de Moren uit Spanje christenen een moskee tot kerk ombouwden – een daad van “vandalisme”.'

Men liet echter na om op te merken dat de kruistochten een reactie waren op meer dan 300 jaar jihad en vervolging van christenen in het oosten, waarbij moslims honderden kerken verwoestten en vele anderen ombouwden tot moskeeën, met inbegrip van de schitterende Byzantijnse kerk Hagia Sophia [of Aya Sophia, CK].

Kijk een naar de situatie in het Heilige Land 100 jaar voordat Paus Urban II in 1095 opriep tot een kruistocht om het te bevrijden. Het maakte toen deel uit van een territorium dat werd beheerst door Fatimidische kalief al-Hakim, wiens wreedheden door zowel christelijke als islamitische historici werden opgetekend.

De veertiende-eeuwse historicus Ibn al-Dawadari vertelt ons dat al-Hakim de kerk van St. Marcus in al-Fustat in Egypte (in de buitenwijken van het hedendaagse Cairo) verwoestte, die christenen hadden gebouwd in verzet tegen een wet die de bouw van nieuwe kerken verbood. De al-Rashida moskee verrees niet alleen op de ruïnes van de St. Marcus kerk maar ook op joodse en christelijke begraafplaatsen, dat mag je gerust vandalisme noemen.

Maar het toppunt van al-Hakims wreedheden was de verwoesting van de Heilig Grafkerk, die, volgens islamitische bronnen, begon in september 1007. Ook wel bekend als de Verrijzeniskerk was dit misschien wel het meest vereerde heiligdom in de christenheid—beschouwd als niet alleen (of Calvarië), waar volgens het Nieuwe Testament Jezus werd gekruisigd, maar ook de plaats waar hij werd begraven en dus de plaats van de Wederopstanding.

Volgens de historicus Moshe Gil, gaf al-Hakim het bevel om de Verrijzeniskerk af te breken “tot op de fundamenten zelf, afgezien van datgene wat niet kon worden verwoest of uitgetrokken, en zij verwoestten ook de Golgotha en de kerk van St. Constantijn en al hun inhoud, evenals alle heilige grafstenen.

Ze probeerden zelfs de graven uit te graven en alle sporen van hun bestaan uit te wissen.” Een nieuwe generatie westerse wetenschappers die zich bezighouden met de middeleeuwen heeft geprobeerd om misverstanden over de kruistochten recht te zetten.

De historicus Jonathan Riley-Smith heeft erop gewezen dat de “hedendaagse westerse publieke opinie, het Arabische nationalisme en het pan-islamisme allen voorstellingen over het voeren van kruistochten delen die meer te maken hebben met het negentiende-eeuwse Europese imperialisme dan met de werkelijkheid.”

Met name moslims hebben wat Riley-Smith “mythistories” (verzonnen historiën) noemt ontwikkeld als het gaat om het vermeende onrecht dat hen is aangedaan door de kruisvaarders. Daarmee wil ik natuurlijk niet ontkennen dat de kruisvaarders verantwoordelijk waren voor gewelddaden, met inbegrip van wat soms de Eerste Holocaust wordt genoemd—het afslachten van Joden dat begon in Worms op 18 mei, 1096 en doorging in Mainz, waar de Joodse gemeenschap, een van de grootste in Europa, werd gedecimeerd.

Het gaat mij er veeleer om dat de kruistochten op verscheidene niveaus verkeerd begrepen worden. Om maar eens wat te noemen, ze waren niet exclusief gericht op het bestrijden van de islam. Heidense Wenden, Balten en Litouwers; shamanistische Mongolen; orthodoxe Russen en Grieken; ketterse katharen en hussieten; en die katholieken die de Kerk als haar vijanden beschouwde—allen waren het doelwit van de bredere missie om ketterij uit te roeien.

Noch waren de kruistochten “gedachteloze explosies van barbarij”, zoals Riley-Smith hun hedendaagse reputatie karakteriseert. Ze hadden een verfijnde onderliggende grondreden, theologisch uitgebreid uitgewerkt door christelijke landen die bedreigd werden door islamitische indringers die tot in het hart van Europa hadden weten door te dringen—van het midden van Frankrijk in de achtste eeuw tot Wenen in de zestiende en zeventiende eeuw.

Zij waren een antwoord op de ontheiliging van christelijke heiligdommen in het Heilig Land, de verwoesting van kerken daar, en de algemene vervolging van christenen in het Nabije Oosten. Een kruistocht moest aan strikte criteria voldoen voordat de Kerk deze als legitiem en rechtvaardig beschouwde.

Hij moest worden gevoerd met het doel geweld of onrecht af te weren, met het doel om boosdoeners hun gerechte straf niet te laten ontlopen. Een kruistocht was niet bedoeld om de vijand te bekeren maar veeleer een rechtvaardige poging om ten onrechte toegeëigend christelijk territorium te heroveren. En alleen een erkende kerkelijke autoriteit als de paus kon ertoe oproepen.

De meeste kruisvaarders zouden hebben gelachen om het vooruitzicht van materiële winst. In feite werden de kruistochten tot een financiële last naarmate de kosten van oorlogvoering opliepen. De kruistochten waren veeleer gericht op niet alleen het redden van de christenheid van de islam, maar ook de zielen van de kruisvaarders zelf.

Velen geloofden dat, door deel te nemen aan een kruistocht, zij van hun zonden zouden worden verlost. Vandaag de dag gelooft men veelal dat herinneringen aan het geweld van en de verwoestingen door kruisvaarders aan hedendaagse moslims zijn overgeleverd door hun middeleeuwse voorouders. Niets is echter minder waar.

Tegen de veertiende eeuw waren de kruistochten in de islamitische wereld vrijwel vergeten. Moslims hadden er geen belangstelling meer voor, en ze beschouwden zichzelf sowieso als overwinnaars. De moslimwereld kreeg pas weer belangstelling voor de kruistochten in de jaren 1890, maar nu werden ze bekeken vanuit een westerse optiek.

Westerse imperialistische retoriek, doordrongen van een tendentieuze lezing van de kruisvaardersgeschiedenis, gaven moslims een vals idee van een aanhoudende westerse aanval, terwijl de romans van Sir Walter Scott de mythe in de hand werkten van cultureel inferieure kruisvaarders die beschaafde, liberale en modern denkende moslims aanvielen.

Vele Arabische nationalisten geloofden dat “hun strijd voor onafhankelijkheid voornamelijk een Arabisch weerwoord was op een kruistocht die tegen hen werd gevoerd”, zo merkt Riley-Smith op. “Sinds de jaren 1970 echter, zijn zij uitgedaagd door een hernieuwd en militant pan-islamisme, wiens aanhangers de nationalistische interpretatie van de geschiedenis van de kruistochten over de hele wereld hebben verspreid.”

Daarom zien we nu dat hedendaagse islamisten zich beroepen op de kruistochten. Zoals Osama bin Laden schreef: “Voor het eerst zijn de kruisvaarders erin geslaagd om hun historische ambities en dromen te realiseren ten koste van onze islamitische umma, waarbij ze de controle over de islamitische heilige plaatsen en heiligdommen hebben verworven, en hegemonie over de rijkdommen en kostbaarheden van onze umma.”

De strijd gaat, volgens bin Laden, tussen het volk van de islam en de kruisvaarders overal ter wereld. In een poging om hun vernedering onder de westerse imperialistische grootmachten te begrijpen, zijn gekrenkte moslims tot een ingenieuze maar valse interpretatie van de geschiedenis gekomen die hun negentiende- en twintigste-eeuwse uitbuiting als een voortzetting van de middeleeuwse kruistochten beschouwt.

Zo’n bewerking van de geschiedenis stelt hen in staat om hedendaagse gebeurtenissen, zoals de oorlog in Afghanistan en de Amerikaanse aanwezigheid in Irak, in een antiwesters licht te zien, waarbij het Westen en de kruistochten tot een goed van pas komende zondebok worden gemaakt voor de schande en ontering die moslims decennialang hebben ervaren.

Hun vervormde lezing van de geschiedenis geeft islamisten zowel een reden voor gekrenktheid als een rechtvaardiging voor hun gevoel van superioriteit—aangezien de moslims er toch in slaagden de ongelovigen uit hun islamitische landen te verdrijven.

Ibn Warraq is senior fellow van het Center for Inquiry Transnational en de auteur van vijf boeken over de islam en korankritiek, waaronder Why I Am Not a Muslim.

Tu Quoque, On Islam and the Crusades Vertaald uit het Engels door Clark Kent

*Tu Quoque - ook jij. Het wordt ook wel een jij-bak genoemd. Wikipedia.


Dit artikel verscheen eerst op 16 november 2009 op Het Vrije Volk.