Onlangs konden we weer lezen dat het ongeval met de kernreactor in Tsjernobyl tot honderdduizend doden leidde of zal leiden.
Bron van deze desinformatie - gebaseerd op de onwetenschappelijke LNT-hypothese dat zelfs de kleinste dosis straling nog kanker of genetische afwijkingen kan veroorzaken - was Greenpeace, dat koste wat kost een nucleaire renaissance wil verhinderen. Vele media namen deze onzin kritiekloos over. De cijfers van Greenpeace vonden ze net zo geloofwaardig als die van de WHO, de wereldgezondheidsorganisatie, en de IAEA.'
Eigenlijk is het opmerkelijk dat de journalistiek de claims van de milieubeweging gelijkwaardig acht aan de mening van deskundigen. De Van Dale definieert milieuactivisme immers als volgt: het radicaal streven naar oplossing van de milieuproblematiek, met veronachtzaming van democratische rechten en wetenschappelijke argumenten. Een mogelijke verklaring is dat de boodschap van de milieubeweging bij journalisten in de smaak valt, omdat zij aansluit op hun linkse wereldbeeld.
Daar komt bij dat hedendaagse filosofen het bestaan van een objectieve werkelijkheid in twijfel trekken en feiten beschouwen als sociale constructen. Voor veel redacties is neutraliteit belangrijker dan objectiviteit. Sommige journalisten kennen het verschil niet eens. Het gevolg is dat Autovisie het enige blad in Nederland is, dat onafhankelijk en objectief is. :-)
Zouden de dames en heren journalisten de milieubeweging net zo veel krediet geven als ze wisten dat ook andere, schoon geachte en politiek correcte energiebronnen door de milieubeweging worden gedemoniseerd? Anne Applebaum, een progressieve columniste van de Washington Post, in ieder geval niet.
Vijf jaar geleden verscheen in het oktobernummer van The Intellectual Activist het artikel: "Environmentalism's Big Lie: Renewable Energy." Daarin werd betoogd, dat de milieubeweging eigenlijk helemaal niet is geïnteresseerd in schone, hernieuwbare energie. In werkelijkheid is de milieubeweging sterk gekant tegen de industriële samenleving, die zij als immoreel en slecht beschouwt.
Tegenover het grote publiek wendt de milieubeweging voor te streven naar schone lucht en zuiver drinkwater en duurzaamheid. Energiebronnen als zon, wind en biomassa worden gepromoot omdat deze schoner zouden zijn en de hulpbronnen van de aarde niet uitputten. Het idee dat deze energiebronnen in staat zijn om kolen, olie, gas en kernenergie te vervangen is echter pure oplichterij. De productiviteit en de potentie van hernieuwbare energiebronnen worden voortdurend sterk overdreven (binnenkort meer daarover).
De hele campagne voor alternatieve energie is bedoeld om de grootschalige productie van energie te ontmoedigen. Dat blijkt uit de gang van zaken in Californië, dat voorop liep met de ontwikkeling van alternatieve energie. Energiebedrijven werden gedwongen om stroom uit hernieuwbare energiebronnen tegen hoge vergoedingen in te kopen. Tegelijkertijd werd er veel geld uitgetrokken voor subsidies voor groene stroom. Per jaar moesten de inwoners van Californië $ 2 miljard ophoesten, destijds 1/3 van de totale uitgaven voor elektriciteit, aan subsidies en gunstige inkoopprijzen voor groene stroom. Het resultaat: 8,5% van de elektriciteit wordt geleverd door alternatieve energiebronnen, voor dat geld niet bepaald een succes.
Zolang een alternatieve energiebron geen perspectief biedt op enige significante groei, wordt deze de hemel in geprezen. Zodra een alternatieve energiebron ook maar bij benadering in de behoeften van een industriële samenleving lijkt te kunnen voorzien, begint men te klagen over horizonvervuiling of lekkages van olie uit de generatoren van windturbines. (Er zijn overigens goede redenen om niet aan grootschalige windenergie te beginnen, daarover later meer).
Uit geothermische energie wordt in Californië 4,8% van de elektriciteit geproduceerd. Voldoende om de bevolking op het welvaartsniveau van India te laten leven. Maar voor de ecologisten is dat al te veel. In 1995 werd een energiebedrijf gedwongen $ 150,000 te betalen vanwege H2S-emissies. Veel warm-waterbronnen zijn afgedekt en stilgelegd. Ook weer vanwege, verwaarloosbare, waterstofsulfide-emissies. Zowel ambtenaren van het ministerie van milieu, het EPA, als lokale actiegroepen werpen voortdurend blokkades op tegen de bouw van nieuwe installaties. Wat bezielt de milieubeweging eigenlijk? Wat is de ideologie die de drijfveer vormt voor haar acties?
Meer daarover in deel twee.