maandag 21 mei 2012

Lexicon: De Occasionist 3/5


In Galt's speech behandelt Ayn Rand de psychologie van leven uit de tweede hand (occasionisme) van mystici:
Een mysticus is een man, die zijn geest aan anderen heeft overgeleverd. Ergens in de diepste krochten van zijn kindertijd, kwam zijn eigen begrip van de realiteit in botsing met de arbitraire orders en tegenstrijdige eisen van anderen.
Uit angst voor onafhankelijkheid, heeft hij zijn vermogen tot zelfstandig nadenken, opgegeven. Op het kruispunt van de keuze tussen "ik weet" en "ze zeggen" koos hij voor de autoriteit van anderen, hij koos voor de overgave in plaats van begrijpen, voor geloven in plaats van denken. Geloof in het bovennatuurlijke begint met geloof in de superioriteit van anderen. Zijn overgave bestaat in het gevoel dat hij zijn onbegrip moet verbergen, omdat anderen over een of andere mysterieuze kennis geschikken die hij alleen ontbeert; dat de werkelijkheid iets is dat zij laten gebeuren op een manier waarvan hij geen weet heeft.
Vanaf dat moment, bang om te denken, is hij ten prooi aan gevoelens die hij niet thuis kan brengen. Die gevoelens worden zijn gids.
Met wat er over is van zijn persoonlijkheid klampt hij zich gretig vast - en het beetje denken dat hij doet is gewijd aan de strijd die hij voert met zichzelf; de strijd om te verhullen dat zijn gevoel louter angst is.
Als een mysticus verklaart dat hij de aanwezigheid voelt van een kracht die sterker is dan rede, dan is dat ook zo. Maar die kracht is geen alleswetende supergeest in het universum: het is het bewustzijn van ieder willekeurig medemens aan wie hij zijn geest heeft overgeleverd. Om die alleswetende kracht van anderen af te dwingen wordt een mysticus voortgedreven door zijn drang indruk te wekken, te bedriegen, te vleien, te misleiden. "Zij" zijn z'n enige sleutel tot de werkelijkheid. Hij voelt dat hij niet kan leven zonder hun mysterieuze kracht en dwingt hun goedkeuring af. "Zij" zijn z'n middel tot perceptie en, zoals een blinde vertrouwt op het zicht van zijn hond, voelt hij dat hij ze moet beheersen om te kunnen leven. Dat beheersen van het bewustzijn van anderen wordt zijn enige passie: machtswellust is een onkruid dat alleen kan groeien op lege plekken in een verlaten geest.
"Galt’s Speech",
For the New Intellectual, p.160