woensdag 27 februari 2013

Gastpost: High Noon voor de Terreurmeesters



Volgende week zal Obama voor het eerst Israel bezoeken. Naar verluidt zal hij Benjamin Netanyaha vertellen dat er in juni een tijdraam is voor een aanval op Iran, zo heeft Israeli TV maandag bekend gemaakt.
Ook het nieuws dat Boeing een upgrade van de mega hyper bunker buster GBU-57 met succes heeft getest, is een goede aanleiding voor het herposten van een artikel van Clark Kent uit 2006, waarin hij de case maakt voor korte metten met de terreurmeesters in Teheran.

De aanslagen van 11 september 2001 waren een schokkende gebeurtenis die, volgens velen, de wereld veranderde. Volgens mij was het veeleer een wake-up call, een gebeurtenis die ons met de neus op de feiten drukte. De aanslagen waren voor mij niet zozeer een verrassing, maar eerder een pijnlijke herinnering dat aan de confrontatie met het islamitische totalitarisme niet meer te ontkomen viel.
De eerste keer dat ik me bewust werd van de islamitische dreiging was in 1979, tijdens de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran. Ik was toen slechts 12 jaar oud, en net bezig voorgoed af te rekenen met het geloof waarmee mijn ouders mij hadden geprobeerd op te voeden. Dat religieus fanatisme* een groot gevaar vormde, hoefde niemand mij toen uit te leggen. Dat een supermacht daadloos toekeek hoe ambassadepersoneel werd gegijzeld en geschoffeerd door zogenaamde 'demonstranten en studenten', was voor mij een grote teleurstelling.
Behalve een teleurstelling was het falen van Jimmy Carter ook onheilspellend. Als Amerika in gebreke blijft, is Europa volkomen weerloos. De verkiezing van Ronald Reagan maakte weliswaar een einde aan de misère in de VS zelf, maar qua aanpak van het islamitische totalitarisme bracht "The Gipper" geen verbetering.
Integendeel, er werden zelfs wapens geleverd aan Iran om de opbrengsten door te sluizen naar de Contra's in Nicaragua. De aanslag van 1983 op Amerikaanse mariniers bleef vrijwel ongestraft, omdat de Amerikaanse regering bang was dat de relaties met Arabische landen zouden verslechteren. In 1984 werden de mariniers teruggetrokken.
In de jaren negentig verscheen al Qaeda ten tonele. De oorsprong van deze groep gaat terug tot de Russische invasie van Afghanistan, toen een harde kern van buitenlandse Arabische Mujahideen – met financiering door Osama bin Laden – mee ging doen in de strijd tegen de Sovjets. I
In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, is al Qaeda geen creatie van de VS. De steun aan de Afghaanse rebellen bleef beperkt tot inheemse verzetsgroepen. De vijandschap tussen al Qaeda en de VS is ontstaan na de Iraakse invasie van Koeweit. Saudi Arabië voelde zich bedreigd door de Iraakse expansiedrang en zag zich geconfronteerd met een getalsmatig militair overwicht van Irak. Toen het Huis van Saud een aanbod van Osama bin Laden om het land te verdedigen afsloeg en koos voor de inzet van Amerikaanse troepen, voelde Osama bin Laden zich verraden. De aanwezigheid van ongelovigen in het Land van de Twee Moskeeën beschouwde hij als heiligschennis. De Heilige Oorlog tegen Amerika en het Westen was geboren.
Met de aanslag op het World Trade Center van 1993 begon een reeks aanslagen op westerse doelen, die zijn hoogtepunt bereikte met de aanslagen van 11 september 2001, die bijna 3000 mensen het leven kostten. Daarmee passeerde al Qaeda Hezbollah als de terreurorganisatie die de meeste westerse slachtoffers op zijn naam kon schrijven.
Na de aanslagen begonnen de speculaties over hoe het zover kon komen. 'Weldenkende intellectuelen' kwamen met verklaringen die uiteenliepen van armoede tot westerse steun aan Israël. Deze verklaringen zijn stuk voor stuk dwaalwegen. Het antwoord hoeven we niet ver te zoeken. Terrorisme wordt gedreven door hoop. De hoop dat je op die manier je zin kunt krijgen.
Helaas heeft het Westen er alles aan gedaan die hoop te bevestigen. Onze Midden-Oostenpolitiek is een aaneenschakeling van appeasement. Van het nationaliseren van de oliebronnen in de jaren vijftig, de Iraanse Revolutie tot de Palestijnse terreur, het Westen liet het over zijn kant gaan en reageerde met laffe vredesvoorstellen.
Islamitische terroristen konden lang ongestraft hun gang gaan, omdat wij ervan uitgingen dat terroristen individueel verantwoordelijk zijn voor hun daden. De landen waar zij onderdak vonden en geld, wapens, explosieven en training kregen, gingen vrijuit. Terrorisme was een kwestie van wetshandhaving en juridische vervolging.
Ik heb zojuist deel 1 van The Path to 9/11 gezien. Daarin wordt pijnlijk duidelijk gemaakt wat de gevolgen van deze rampzalige keuze van de regering Clinton waren. Reden voor de Democraten om ABC onder druk te zetten door te dreigen met intrekking van hun uitzendlicentie. Maar ook de Republikeinen gaan niet vrijuit. Terwijl president Clinton onder vuur lag vanwege een affaire met een stagiaire, en de Republikeinen dreigden met impeachment, werd zijn rampzalige buitenlandse politiek grotendeels genegeerd. Family values waren kennelijk belangrijker dan de veiligheid van Amerika.
Terwijl de politiek van Clinton ronduit rampzalig was, heb ik over het beleid van Bush gemengde gevoelens. Na de aanslagen van 11 september kon de rol van de Taliban niet meer genegeerd worden. De inval in Afghanistan is dan ook tamelijk onomstreden. M.b.t. Irak zijn de tegenstellingen echter groot.
Ik was en ben nog steeds voor de invasie van Irak. Niemand kan betwisten dat Saddam Hoessein weigerde openheid van zaken te geven over zijn wapenprogramma en dat hij bekend stond als suikeroompje van terroristen. Naast geld, leverde hij ook diplomatieke assistentie, onderdak en trainingsfaciliteiten. Mogelijke banden met al Qaeda zijn zeer omstreden en volgens recente informatie onwaarschijnlijk. Wat echter als een paal boven water blijft staan is dat uitsluitend een Amerikaanse invasie duidelijkheid kon verschaffen over massavernietigingswapens en de omvang van banden met terroristen.
Bush onderscheidt zich van zijn voorgangers en zijn tegenstanders bij de presidentsverkiezingen door zijn bereidheid te vechten. De invasie van Irak is onderdeel van een Forward Strategy of Freedom. Door het vestigen van een democratische rechtsstaat in Irak moet de druk op de dictaturen in het Midden-Oosten zodanig worden opgevoerd, dat zij – en daarmee ook de sponsors van het terrorisme – ten val komen.
Ik steun het doel van deze strategie. De val van de regimes die het terrorisme steunen. Het islamitische terrorisme kan men namelijk niet los zien van het islamitische totalitarisme, waardoor het wordt geïnspireerd. En ook niet van de landen die het faciliteren, zoals Iran, Syrië, Saudi-Arabië en Pakistan.
De gekozen strategie heeft echter een belangrijke tekortkoming. In feite voert Amerika in Irak een proxy-oorlog tegen Iran en Syrië. Het initiatief ligt bij de vijand en deze landen kunnen ongestraft rebellen en sektarische milities in Irak steunen. Een rechtstreekse aanval blijft uit en Iran heeft zo alle tijd om atoomwapens te ontwikkelen. Daarnaast wordt tevens de steun aan terreurorganisaties als Hezbollah en Hamas opgevoerd.
Een hydra kun je niet doden door diverse hoofden af te hakken. Je moet de vijand in zijn hart treffen. Een directe confrontatie met Iran (en Syrië) is m.i. dan ook onvermijdelijk. Als wij er niet voor kiezen, doet Iran dat wel voor ons. De zwakte die het Westen toont in de onderhandelingen over het atoomprogramma, de halfhartige oorlog tegen Hezbollah, het drama van de Palestijnse democratie en de ongestrafte steun aan Iraakse milities hebben de strijdlust bij Iran aangewakkerd. 
Als de oorlog eenmaal een feit is, moeten we niet de fout maken de 'hearts and minds' proberen te winnen. Dat is pas aan de orde in de naoorlogse periode van wederopbouw. In een oorlog telt maar één ding: de vijand een verpletterende nederlaag bezorgen.
Verder is het belangrijk een gesloten front te vormen. Niet alleen met Amerika, maar ook met Israël. Na 11 september 2001 schreef een Franse krant dat we allemaal Amerikanen zijn. Helaas duurde dat niet lang. Maar eigenlijk hadden ze moeten schrijven dat we allemaal Israëliërs zijn. Per slot van rekening vormt Israël al decennia de frontlinie in de oorlog tussen het Westen en het islamitische totalitarisme.
Laat de Arabieren maar schreeuwen. Geef Iran en Syrië een ongenadig pak slaag en laat vervolgens weten dat elk land dat een bedreiging vormt voor het Westen – Amerika, Europa of Israël – een zelfde lot wacht. Zorg dat deze boodschap ook aankomt in Saudi-Arabië en Pakistan.
*Om misverstanden te voorkomen: mijn ouders waren geen religieuze fanaten, gewoon doorsnee katholieken. Maar als je net bezig bent om zelf je levensbeschouwelijke weg te vinden na te hebben gebroken met het geloof van ouders, ben je nu eenmaal extra kritisch t.o.v. religie.
Eerder gepubliceerd op Het Vrije Volk op 11 september 2006 onder de titel: De lessen van 11 september: elimineer staten die het terrorisme sponsoren
Meer lezen:
- End States that Sponsor Terrorism, door Leonard Peikoff
- War: What is it Good For
- No Substitute for Victory: The Defeat of Islamic Totalitarianism, door John David Lewis
Updates
- CBSNews: Biden: Obama "not bluffing" on Iran
- Haaretz: Iran pursuing nuclear bomb through plutonium production, new satellite images reveal

Namens Clark Kent