In deel 1/2 vroeg ik me af wat de ideologische drijfveren van de milieubeweging waren.
Misschien is het goed eens te kijken naar de ontstaansgeschiedenis van de milieu-beweging.
Hoewel de wortels van natuurbescherming vaak teruggaan tot de tweede helft van de 19e eeuw, kwam de milieubeweging als maatschappelijke stroming pas goed op gang in de jaren zeventig van de twintigste eeuw.
In het Engels wordt m.b.t. deze beweging vaak gesproken van “environmentalism”, in het Nederlands vertaald met milieuactivisme.
Ik geef echter de voorkeur aan de term ecologisme, omdat dit beter recht doet aan de ideologische en filosofische dimensie van het milieuactivisme. Per slot van rekening zijn demonstraties, blokkades en bezettingen slechts actiemiddelen. Het zijn echter de ideeën, de filosofie en de idealen die aanzetten tot daden.
Boeken die een belangrijke invloed hebben gehad op het denken in de milieubeweging zijn o.a. Silent Spring van Rachel Carson en het neomalthusiaanse The Population Bomb van Paul Ehrlich.
In Silent Spring werd betoogd dat het gebruik van pesticiden als DDT leidde tot ernstige verstoring van het milieu. Met name vogels zouden sterk lijden onder gebruik van dit bestrijdingsmiddel. DDT werd zwartgemaakt en uiteindelijk verboden.
In The Population Bomb werd beweerd dat de sterke groei van de wereldbevolking een bedreiging vormde voor de aarde en tot snelle uitputting van onze hulpbronnen zou leiden. De bevolking nam immers exponentieel toe, terwijl de productie, de technologische vooruitgang slechts lineair zouden toenemen. Toename van de wereldbevolking en groei van de welvaart zouden dus onherroepelijk tot een catastrofe leiden.
Beide beweringen zijn onjuist. DDT is een zeer effectief bestrijdingsmiddel om insectenplagen mee te bestrijden en een probaat middel tegen malaria. Het is onschadelijk voor mensen, niet kankerverwekkend en bij verantwoord gebruik tevens veilig voor het milieu.
Dat de toename van de wereldbevolking en de groei van de welvaart tot uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen zouden leiden, is een neomalthusiaanse mythe waar Julian Simon in zijn boek The Ultimate Resource korte metten mee maakte. Bjørn Lomborg, ooit donateur van Greenpeace, voelde zich geroepen om Julian Simon te ontmaskeren als een leugenaar, een overdreven optimist, en deed zelf onderzoek. Tot zijn verbazing bleek dat Julian Simon volkomen gelijk had. In zijn boek The Skeptical Environmentalist maakte hij zijn bevindingen bekend. Als dank werd hij getrakteerd op taart.
Voor ecologisten heeft de natuur en elk organisme daarin een intrinsieke waarde, onafhankelijk van de waarde voor ons mensen. Hun ideaal is een ongerepte natuur, d.w.z. onverstoord door mensen. Ongerepte natuur weerspiegelt een 'natuurlijk evenwicht'. Zo heeft moeder natuur het bedoeld. Elke menselijke ingreep is een bedreiging, ja zelfs een vorm van heiligschennis.
Maar de mens voorziet in zijn behoeften, houdt zijn leven in stand, door in te grijpen in zijn omgeving. Om in leven te blijven, moet de mens de waarden (voedsel, kleding, onderdak enz.) produceren waarop zijn leven berust. Gedurende vele millennia leefde de mensheid in bittere armoede, overgeleverd aan de grillen van de natuur. Met de uitvinding van de landbouw werd een flinke stap voorwaarts gezet. Maar de grootste sprong werd gemaakt met de Industriële Revolutie.
De levensstandaard nam enorm toe. De kindersterfte daalde dramatisch. Dankzij de uitvinding van de stoommachine, de interne verbrandingsmotor en elektriciteit konden wij beschikken over een leger aan energieslaven. De door hen verrichte arbeid ligt vele ordes van grootte hoger dan de mens zelf of met lastdieren kan verrichten.
Dankzij onze welvaart, de drinkwatervoorziening, riolering en de moderne geneeskunde leven wij langer dan ooit. We kunnen over afstanden reizen die voor onze voorouders, die zelden hun geboortedorp verlieten, ondenkbaar waren. Dankzij moderne transportmiddelen, vrije handel en de groei van de bevolking profiteren wij driedubbel van de verdeling van arbeid en het comparatieve voordeel. Hoe meer mensen, hoe meer verdeling van arbeid. Zowel de bevolkingsgroei, als de technologische ontwikkeling en de economische groei is een zegen voor de mensheid.
Daar komt nog bij dat in de twintigste eeuw het milieu aanmerkelijk schoner is geworden. In het kolentijdperk rookten de schoorstenen enorm. Naarmate we rijker worden, hechten we meer aan schone lucht en zuiver water en een groene leefomgeving. En dat is precies wat we hebben gekregen. Vandaag de dag is bv. de concentratie fijn stof lager dan in de afgelopen 400 jaar het geval was, en we hebben nu veel meer bos dan eind 19e eeuw. Dankzij onze vrije tijd en de auto kunnen we er ook nog van genieten.
De ecologisten willen hier niets van weten. Ongerepte natuur is hun ideaal. Het natuurlijke evenwicht, in feite een waanidee, is heilig. Elk organisme heeft een intrinsieke waarde, behalve de mens dan. De mens is voor hen een virus, een kankergezwel dat het aanzien van onze planeet bezoedelt. Zij dromen dan ook van een nieuwe plaag, een eigentijdse versie van de pest of een massale uitbraak van Ebola. Zolang maar 90% van de mensheid het loodje legt.
Demonisering
Het plaatje bij dit artikel komt uit de Tweede Wereldoorlog. Het toont overblijfselen van slachtoffers van de Holocaust. De Holocaust is de afgelopen jaren vaak misbruikt om politieke tegenstanders te demoniseren. Als je iemand afschildert als Nazi, hoef je hem niet meer serieus te nemen, zijn slechtheid is dan 'onbetwistbaar'.
Waarom dan toch dit plaatje? Welnu, als de ecologisten hun zin krijgen, dan sterft 90% van de mensheid uit! Hetzij dankzij een nieuwe plaag, hetzij door de ontmanteling van de industriële samenleving. Daarom moet de uitstoot van CO2 – een voor mens en dier onschadelijk gas, voor planten een levensvoorwaarde – met 80% worden gereduceerd. Daarom moet de terugkeer van kernenergie – een schone, veilige energiebron met een enorm potentieel – koste wat kost worden gesaboteerd.
Als de ecologisten hun zin krijgen, verandert de aarde in een massagraf. Maar niet alleen de toekomstplannen van de ecologisten kosten mensenlevens. Elk jaar sterven 1 à 2 miljoen mensen aan malaria, evenveel als het aantal slachtoffers van zes tsunami's. Door vast te houden aan het verbod op DDT gaat deze slachting onverminderd door.
Onze groene vrienden hebben al veel bereikt.
Begrijp me goed, niet elke donateur van de milieubeweging, niet elke actievoerder is een massamoordenaar. Velen van hen geloven oprecht, maar ten onrechte, in de juistheid van hun zaak. Zij geloven dat het echt gaat om schone lucht en zuiver water. Om een leefbare toekomst voor onze kinderen.
Maar de harde kern, de fanaten en de leidinggevenden en hun fellowtravellers onder de academici en hoge ambtenaren bij o.a. de EU weten wel beter.
Hun groene Utopia, hun ecologische heilstaat, doet niet onder voor de Killing Fields van Pol Pot en de Culturele Revolutie van Grote Roerganger Mao.
Liepen zij indertijd als student niet trots met diens Rode Boekje te zwaaien?
Aanbevolen links
- Eco-imperialisme, hoe de Derde Wereld lijdt onder westers milieufanatisme
De 'wetenschapper' die 90% van de mensheid doodwenst in zijn eigen woorden. Scroll naar Conflict Between Human Activities and Preservation of Wilderness
Quotes:
"The ending of the human epoch on Earth would most likely be greeted with a hearty 'Good riddance!", Paul Taylor, filosoof, in Respect for Nature: A Theory of Environmental Ethics
"Human happiness [is] not as important as a wild and healthy planet . . . . Until such time as Homo sapiens should decide to rejoin nature, some of us can only hope for the right virus to come along." Bioloog David M. Graber in een recensie van Bill McKibbens The End of Nature. Los Angeles Times, 29 oktober, 1989
"The environmental movement I helped found has lost its objectivity, morality and humanity. The pain and suffering it is inflicting on families in developing countries must no longer be tolerated." Patrick Moore, mede-oprichter Greenpeace
Dit artikel verscheen eerst op 7 mei 2006 op Het Vrije Volk