maandag 25 juli 2016

De Contra-Verlichting: Internationalisme (7)

Deze posting is onderdeel van een serie over ideologische en politieke bewegingen die sinds de Verlichting op hun eigen terrein werken aan de vernietiging van de waarden en verworvenheden van het tijdperk van rede en vrijheid.  In deze aflevering, het internationalisme.



"Agenda 21", het diabolische plan van de VN uitgelegd door Glenn Beck. 

Internationalisme is een politiek principe dat grotere politieke en economische samenwerking tussen landen en volken propageert. De wortels zijn terug te voeren tot 18e eeuws protestants-christelijke teleologische narratieven over "de eindtijd" (zie hiervoor Kant en Hegel), en socialistische en links-liberale doctrines. Internationalisten zien de mensheid niet als individuen, maar als wereldcollectief. Ze maken geen onderscheid tussen het metafysische en het mensgemaakte, omdat ze ook het bestaan van vrije wil ontkennen. Internationalisten erkennen universele waarden, maar die worden niet vrijwillig bepaald door het individu, maar collectief door de sociale omgeving. Internationalisten geloven dat de mensheid als geheel hogere belangen heeft (zoals wereldvrede), die de deelinteressen van groepen op de korte termijn overstijgen; deelbelangen uiten zich door competitie om macht over grondstoffen en hulpbronnen. Het internationalisme is tegen nationalisme, tegen nationale trots en oorlog, dat ze zien als het gevolg van competitie tussen groepen die ijveren voor eigen belangen. Voorstanders zijn te vinden onder de vier takken van de Socialistische Internationalen (bron), communautaristen (confessioneel) en links-liberale utilitaristen (D66 en de progressieve tak van de VVD). Ze zijn actief in de vele supranationale instituten als de Verenigde Naties en de Europese Unie, in non-goevernementale organisaties en overlegfora als het World Economic Forum in Davos, de Bilderberg Conferenties, en het World Federalist Movement (bron), om een paar voorbeelden te noemen.

Oorsprong

In het Groot Brittannie kwam in de 19e eeuw een liberale, internationalistische stroming op gang onder bezieling van Richard Cobden (wiki) en John Bright (wiki) als protest tegen de protectionistische Corn Laws (bron). In een toespraak in Covent Garden op 28 september 1843 gaf Cobden een exposé van zijn utopische internationalisme: vrijhandel!
Free Trade! What is it? Why, breaking down the barriers that separate nations; those barriers behind which nestle the feelings of pride, revenge, hatred and jealously, which every now and then burst their bounds and deluge whole countries with blood... 
Cobden zag vrijhandel niet als de consequentie van individuele vrijheid, maar als instrument om vrede te brengen door middel van wederzijdse afhankelijkheid. Diezelfde doctrine ligt aan de basis van de EU (bron). Ook de liberale utilitarist Adam Smith beschreef in zijn standaardwerk, "The Wealth of Nations" wereldvrede door vrijhandel als sociaal fenomeen!

Vanuit socialistische hoek was er kritiek op dit zogenaamde "liberalisme" in die tijd. Ze wezen op mondiale economische competitie en het verband met imperialisme, dat ze juist zagen als de bron van alle wereldconflicten.

De Eerste Internationale of de International Workingmen's Association (wiki) werd opgericht in Londen in 1864 door communistische en socialistische activisten als Karl Marx, voor het behartigen van de belangen van de arbeidersklasse over de nationale grenzen heen en in directe politieke oppositie tegen liberaal internationalisme, dat streeft naar vrijhandel en kapitalisme als middel tot wereldvrede door wederzijdse afhankelijkheid. 

Wereldvrede

Andere internationalistische organisaties waren de Inter-Parliamentary Union (wiki), gesticht in 1889 door de Fransman Frédéric Passy en de Brit William Randal Cremer, en de Volkerenbond die werd opgericht na de Eerte Wereldoorlog, de voorloper van de VN.

J.A. Hobson (wiki), voorzag in zijn boek Imperialism (1902) het ontstaan van internationale tribunalen voor het slechten van disputen tussen landen. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag is een tak van de VN die werd opgericht in 1945. (wiki)

Sir Norman Angell (wiki) claimde in The Great Illusion (1910) dat de wereld verbonden was door handel, geld, industrie en communicatie en dat nationalisme daarom een anachronisme was dat oorlog snel overbodig zou maken. Lord Lothian (wiki) was zowel een internationalist als een imperialist die in december 1914 uitkeek naar eeen vrijwillige federatie van vrije, geciviliseerde landen die het spook van de wapenwedloop zou uitbannen. (Bron)

Internationalisme is gebaseerd op de socialistische politieke theorie over de animistische verbondenheid van alle arbeidersklassen over de hele wereld met als doel, nationalisme en oorlog te overwinnen en kapitalisme te bestrijden.

Het is verwand aan het christelijke idee van broederschap en solidariteit, dat net als vrijhandel, oorspronkelijk individueel bedoeld is, maar foutief is vertaald naar collectief niveau. Op dit punt lopen standpunten van de liberale en socialistische internationalisten dan ook uiteen.

Wereldregering

Internationalisme uit zich in de gelijke waardering voor diverse culturen en de idee dat wereldvrede een gevolg is van wederzijdse afhankelijkheid. Aanhangers identificeren zich niet in de eerste plaats als burger van hun nationale staat, maar als wereldburger. Ze voelen zich verplicht om zich in te zetten voor internationalistische goede doelen in organisaties en instituten, zoals NGO's, de EU en de VN.

Sommige internationalisten streven zelfs naar een wereldregering. Maar dit deze opvatting gaat verder dan klassiek internationalisme. Toch is dat het logische eindpunt van de internationalistische gedachte. 

Internationalisme gaat uit van altruistische moraliteit tussen staten en is een reactie op een ander collectivisme, nationalisme. Internationalisme gaat wel uit van het bestaan van soevereine staten en het recht op (etnische) zelfbeschikking, maar het doel is de bevordering van multilaterialisme, niet het leiderschap van een bepaalde staat of de superioriteit van een bepaalde filosofie, ook niet van de superioriteit van vijheid of de verdediging van inherente rechten. Als zodanig is internationalisme amoralistisch.

Internationalisme wil wederzijdse afhankelijkheid bevorderen, met beperkte supranationationale macht voor internationale organisaties, gecontroleerd door regeringen via intergouvernementele verdragen en instituties.

Fascisme

Voor internationalisten is het compromis een doel op zich, geen middel tot een doel. Dit principe is ontoereikend voor een universele visie op de mens of de wereld. Maar velen gaan qua idealisme een stap verder: mondiale 'democratisering' door een wereldregering. Anderen verwerpen juist dat idee, omdat zo'n lichaam inherent te veel macht zou krijgen, of omdat ze begrijpen dat het gevolg fascisme op mondiale schaal zou zijn. Ze zijn eerder voorstanders van losse federaties, waarin de macht in handen is van nationale regeringen. Deze visie komt in de EU steeds dichterbij.

Voor het bestaan van intergouvernementele en supranationale organisaties moeten landen en volken zich bewust worden van gezamenlijke belangen en doeleinden, en dat problemen het best opgelost kunnen worden middels het bereiken van consensus, diplomatie, het delen van grondstoffen en effectieve internationale samenwerking. Unilateralisme wordt moreel veroordeeld. Het uitgangspunt van nationaal belang als leiddraad voor buitenland beleid is uit den boze. 

Voorbeelden van internationalistische organisaties en instituten: VN, NGOs als George Soros' Open Society (artikel) (tweet) (artikel), Artsen Zonder Grenzen, Amnesty International, GreenPeace, de EU, instituties voor internationaal recht, zoals tribunalen als het ICC, en federalistische organisaties.


KRITIEK

Onbekend met individualisme, gaat de internationalistische doctrine automatisch uit van etatisme, of in economische termen, van corporatisme (of crony capitalism, 'neoliberalisme', fascisme, globalisme, of Amerikaans liberalisme) dat net zo collectief-altruistisch is als socialisme. In die optiek is oorlog het gevolg van economische competitie tussen kapitalisten en de regeringen die hun belangen vertegenwoordigen. Volgens de socialisten kan wereldvrede alleen worden bereikt als economische competitie en de belangen van sociale klassen worden geslecht.

Groepssubjectivisme en sociaal determinisme sluit objectieve moraliteit uit. Dit leidt ertoe dat het compromis en consensus gezocht worden ten koste van vrijheid, rechten en de belangen van landen die deze waarden nastreven. Het gevolg hiervan is de morele gelijkwaardigheid van dictaturen en vrije landen en uiteindelijk de veroordeling van de laatste ten behoeve van de eerste. Het is daarom niet vreemd dat de VN stelselmatig een vrij land als Israel veroordeeld, terwijl islamofascistische staten commissies voor de mensenrechten voorzitten.

Anders dan links-liberalen, promoten klassiek-liberalen ook vrijhandel en samenwerking, maar vanuit de optiek van het individualisme. Internationalisme is een collectivisme, dat voorbij gaat aan het primaat van het individu. In de optiek van internationalisten is de mens geen individu met vrij gekozen waarden, maar een product van zijn sociale omgeving. Als gevolg hiervan is moraal groepssubjectief bepaald. De leidende ethiek is altruisme, die het individu verplicht zich op te offeren voor het algemeen belang.

De oplossingen die deze filosofie voortbrengt zijn dan ook uitsluitend collectivistisch. Economie is een zero-sumspel, een taart; wat de ene groep krijgt, moet de andere groep inleveren.

Gevolgen van machtsverhoudingen, zoals de staat van oorlog en vrede worden gezien als oorzaakloze abstracties, een stand van zaken die uitsluitend met middelen van de wil tot stand kan komen.

Omdat de nadruk ligt op consensus en vrede, bestaat de neiging om alle waarden daaraan ondergeschikt te maken, hetgeen leidt tot nihilistisch amoralisme.

Net als andere utopisten, kennen internationalisten hun idealen een superieure moraliteit toe. Daaraan ontlenen ze het recht eenzijdig te handelen en voldongen feiten te creëren, zonodig buiten de democratische besluitvorming om. Een staaltje van deze doel-heiligt-de-middelen-mentaliteit zien we bij de EU, waarin crises gebruikt worden om beleid door te drukken dat onder normale omstandigheden niet mogelijk zou zijn geweest.

Een ander voorbeeld is de migrantencrisis, waarin honderdduizenden vluchtelingen de Westerse grenzen bestormen, waardoor de bevolking zowel als de plaatselijke autoriteiten zich voor voldongen feiten zien geplaatst.

Tegen verzet worden fascistoide middelen ingezet: protest wordt moreel veroordeeld. Wie kritiek heeft, wordt geisoleerd, (persoonlijk) aangevallen en sociaal uitgestoten verklaard (stygmatiseren), of wordt het slachtoffer van karaktermoord.

Handel tussen individuen (en hun bedrijven) leidt tot vrede en begrip. maar dat is iets anders dan foutief te stellen, dat landen handel drijven. Het is ook op zijn minst discutabel of wederzijdse afhankelijkheid tot vrede leidt. De vele onafhankelijkheidsoorlogen in de geschiedenis leiden tot een andere conclusie. En waar blijf je dan met recht op zelfbeschikking?


CONTEXT 

De contra-verlichting bestaat al meer dan 250 jaar. Ideologisch kan de filosofisch-cultureel-politieke stroming worden teruggebracht tot de Duitse idealistische filosofen, Kant en Hegel. Het was een reactie op de grote revoluties -- met name de Franse -- die de oude, feodale orde heeft vernietigd. Tot op de dag van vandaag ontstaan er nieuwe bewegingen die dezelfde doelen nastreven, al zullen de meeste zich nooit openlijk identificeren; hun agenda blijft bijna altijd verborgen.

De bewegingen zijn moralistisch gemotiveerd middels een aantal zelfverklaarde 'goede doelen' van uiteenlopende aard, inclusief vage abstracties als 'wereldvrede' of 'sociale rechtvaardigheid', gezaghebbende supranationale instituties om het gedrag van mensen te reguleren en de maatschappij te verbeteren, en gerespecteerde verenigingen om de kwaliteit van de mensheid van bovenaf te verbeteren -- genetisch, sociaal, psychologisch, mentaal en/of moreel.

Contra-verlichtingsstromingen zetten zich in voor mens en maatschappij, vrede, het milieu, of de aarde, ze verdelen de mensheid in groepen die elkaar naijverig bestrijden voor belangen, macht, hulpbronnen of een ander materieel winstoogmerk. Het bereiken van totale gelijkheid tussen deze groepen is wat ze drijft. De epistemologie is gebaseerd op gevoelens en emoties; metafysica varieert van mystiek tot naturalisme.

Het zijn utopisten en als zodanig delen ze een claim op ethische superioriteit die door middel van een doel-heiligt-de-middelen-mentaliteit zijn doelen wil bereiken Ze zijn collectivistisch, anti individu, anti zelfbelang en anti kapitalisme; ze zien de mens als een social bepaalde diersoort.

De abortuscultus en sterven als morele waarden zijn typische standaardpunten, die uiteindelijk leiden tot nihilisme. Ondanks alle praat over de humaniteit en ethiek blijkt dat ze de mens eigenlijk zien als een plaag. Ecologie is praktisch hun nieuwe geloof. het klimaat wordt gebruikt als een wapen om centraal te reguleren en te sturen middels social engineering.

Dat multiculturalisme helemaal hun ding is, is logisch. Maar de doorsnee burgers kennen de ware betekenis van die filosofie niet. Want dat leggen ze nooit uit. De impliciete betekenis is meestal, een land dat aan meerdere culturen onderdak biedt. Wat multiculturalisme feitelijk betekent, is de gelijkwaardigheid van alle culturen, hetgeen de ontkenning betekent van een leidende cultuur of universele filosofie.

Wie al langer dan 270 jaar strijd voert, geeft niet zo gemakkelijk op. Met andere woorden, het is aan de volgers van de verlichting om tegenstrijd te blijven bieden, zodat de menselijke bechaving niet terugvalt in de oude feodale, collectieve levensvormen van voor de emancipatie.

Velen voelen instinctief dat er iets niet goed gaat, al kan men dat niet direct onder woorden brengen. Dat komt omdat de machten van de contra-verlichting ondergronds opereren. Al verschuilen ze zich soms in plain sight, zoals op sleutelterreinen op het gebied van onderwijs, informatie en communicatie.

Zolang het economisch goed gaat, accepteren mensen veel. Maar als het mede dankzij hun machinaties economisch slecht gaat, beginnen de mensen in het land te morren. De Partij van de Arbeid heeft het oude sociaal contract met de werkende klasse eenzijdig verbroken en een verbond gesloten met nieuwe protegés: nieuwkomers wiens cultuur op belangrijke punten haaks staat op Westerse waarden.

Maar om de contraverlichtingsbewegingen terug te brengen tot "links" is te simpel. Het hele zogenaamde "middenveld" is in de ban van het internationalisme, van CDA tot VVD, inclusief corporaties, overlegstructuren en frontgroepen waarvan er aan de linker zijde ontelbare zijn.

Wie ze breed wil identificeren moet eerder denken aan de intellectuele en de opper-middenklasse van welgestelde altruisten die zich schuldig voelen over hun rijkdom en verworvenheden. Aangezien ze opereren vanuit de altruistische ethiek, is winstoogmerk zeker niet hun doel; integendeel. Ze zoeken eerder absolutie. Een typisch voorbeeld is Bill Gates.

De gehele mensheid en de hele wereld is hun werkterrein en ze offeren hun medemensen graag op aan door hen vastgestelde etische doeleinden. Juist deze ingebouwde, morele rechtvaardiging maakt utopisch internationalisme tot zo'n gevaarlijke levensbeschouwing.

Internationalisme werkt niet, omdat het individu niet de maat is waarmee de ideologie werkt. Een nationale democratie bestaat uit individuele kiezers die hun vertegenwoordigers en hun regering kiezen. Als ze niet bevallen, kiezen we andere. Maar als regeringen -- zoals in de EU -- daar bovenop een supranationale bestuurslaag creeeren met nationale macht, maar waarop de kiezers geen directe invloed kunnen uitoefenen, heb je een de facto superdictatuur. Dat is de situatie momenteel in de EU.

Eugenetica

Internationalisme heeft een economische basis. Maar er zijn historisch ook veel sinistere plannen voor Europese eenwording, social engineering middels eugenetica, tegenwoordig noemen we dat gewoon racisme. Eugenetica berust op de idee dat kennis en moraal aangeboren zijn, en dat de mens bepaald is naar zijn etnische groep.

Dit Platonische idee is filosofisch en wetenschappelijk al lang weerlegd, maar de notie dat de mensheid bestaat uit verschillende soorten vee, is bijzonder hardnekkig. Er circuleren een aantal plannen in de sfeer van de samenzweringstheorieen. Maar het valt niet uit te sluiten dat er in internationalistische kringen hier en daar nog steeds zo gedacht wordt.

En van die plannen was het Coudenhoven-Kalergi plan, dat berust op dysgenetica. Coudenhoven-Kalergi gaat dubbel racistisch de fout in. Zijn plan berust op een zwakke, genetisch diverse bastaard bevolking, geregeerd door een sterke, genetisch pure elite. Hitler leeft! Wetenschappelijk feit is dat inteelt een ras fysiek verzwakt, terwijl genetische diversiteit een fysiek sterker ras oplevert. Merk op dat de schrijver het plan weliswaar moreel verwerpt, maar wel de racistische beginselen accepteert.

Eerste posting op 3 november 2015


Links naar de serie over de Contra-Verlichting

Engelstalige bewerking, The Counter Enlightenment