zondag 1 september 2013

Een alternatief op de Democratie: de Constitutionele Republiek

Democratie is beste besturingsvorm die er is. Dat idee zit zeer diep geworteld in de Nederlandse psyche. Maar kennen we wel de alternatieven? 






















De Nederlandse grondwet is arbitrair gevormd en heeft niet als basis vrijheid en de bescherming van individuele rechten. 

Democratie is de minst slechte, en dus beste besturingsvorm die er is. Dit is een mantra die zeer diep geworteld zit in de breinen van het Nederlandse volk. Zelfs voor de goed ingelezen libertariër kan het lastig zijn een alternatief helder te verwoorden. Bijvoorbeeld bij die collega die u direct voor tiran uitmaakt, nadat u aangaf niets in de huidige vorm van democratie te zien. Hij is er echter wel: 

De Constitutionele Republiek

Onderstaande stuk is een vertaling van een Engelstalig wikipedia artikel. Ik zal het binnenkort plaatsen op de Nederlandse wikipedia. Suggesties om het stuk wat te “vernederlandsen” zijn welkom. 

Een constitutionele republiek is een staatsvorm waarbij het staatshoofd en andere ambtenaren vertegenwoordigers van het volk zijn en moeten regeren volgens een bestaande grondwet die de macht van de overheid over haar burgers beperkt.

In een constitutionele republiek zijn uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht gescheiden en wordt het verlangen van de meerderheid getemperd door de bescherming van individuele rechten, zodat er geen individu of groep de absolute macht heeft.

Het feit dat er een grondwet is die de macht van de overheid beperkt, maakt de staat constitutioneel.

Een voorbeeld is de Verenigde Staten van Amerika, deze is (oorspronkelijk) gevormd als een federale constitutionele presidentiële republiek.

Inhoud 
1 Doel en toepassingsgebied 
2 Nederland als constitutionele republiek 
3 Ondersteuning 
4 Tegenstelling 
5 Referenties 

Doel en toepassingsgebied

John Adams heeft een constitutionele republiek omschreven als “een regering van wetten, en niet van mannen”. [1]

Constitutionele republieken zijn een bewuste poging om de dreiging van de macht van de meerderheid te verminderen, waardoor afwijkende individuen en minderheidsgroeperingen beschermd worden voor “de tirannie van de meerderheid”. Dit gebeurt door het plaatsen van de controle op de macht van de meerderheid van de bevolking. [2] 

De macht van de meerderheid van de bevolking wordt gecontroleerd door een beperking van die macht middels het verkiezen van vertegenwoordigers die verplicht zijn te blijven binnen de limieten van het grondwettelijke recht. Deze kan niet gewijzigd worden door een meerderheid.

Tevens wordt de macht van overheidsambtenaren gecontroleerd doordat geen enkel individu uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht heeft. In plaats daarvan worden deze bevoegdheden verdeeld over verschillende takken die dienen als een controle en balans van elkaar. Een constitutionele republiek is zo ontworpen dat “geen enkele groep kan leiden tot de absolute macht”. [3]

Het begrip constitutionele republiek is afkomstig van het werk 'Politiek' van Aristoteles. Hij spreekt van een vijfde vorm van overheid. Hij plaatst een contrast tussen het staatsbestel van een republikeinse overheid met democratie en oligarchie; dit valt terug te lezen in boek 3, hoofdstuk 6 van Politiek.

'Politiek' refereert meestal aan een politiek organisatorisch bedrijf dat gebruikt wordt door een bepaalde groep. Bijvoorbeeld een stam, een stadsstaat, een rijk, een bedrijf etc. In een meer specifiekere beschrijving had hij een vorm van politiek voor ogen die volgens hem het beste zou bieden van een oligarchie (heerschappij van rijken) en democratie (heerschappij van armen). Deze bestuursvorm zou worden geregeerd door verschillende mensen, maar altijd in het belang van het land.

Oligarchieën bevoordelen de rijke leden van een samenleving en verkozen leidinggevende posities. Democratieën bevoordelen de armen en middenklasse, die doorgaans uit meer mensen bestaat, en heeft functies zoals wetgevende vergaderingen waar elke inwoner van kiesgerechtigde leeftijd aan kan meedoen.

Wanneer omarmd en goed toegepast zou de bestuursvorm die Aristoteles voor ogen had volgens eigen denken de meest ideale zijn. Mede omdat het input zou kunnen krijgen van alle leden en lagen van de gemeenschap en het een regeringsvorm zou zijn voor de hele gemeenschap en niet alleen de meerderheid.

Constitutionele republieken werden voor het eerst bepleit in de 18e en 19e eeuw door de klassieke liberalen, die bezigd waren met politieke en ideologische conflicten met conservatieve aanhangers van de traditionele monarchie. Een van de eerste experimenten was die van de Corsicaanse Republiek, gesticht in 1755 door Pasquale Paoli, maar geannexeerd in 1769 door Frankrijk.

Sinds het begin van de 20e eeuw zijn constitutionele republieken toegevoegd aan de politieke mainstream en hebben ze de steun verzameld van vele andere ideologieën naast het liberalisme. Het politieke debat over de constitutionele republiek is grotendeels verdwenen.

James Woodburn beschrijft in The American Republic and its Government dat een constitutionele republiek duidelijk beschreven staat in de Amerikaanse constitutie, zoals te zien bij de verkiezing van de president, de senaat en de benoeming van het Supreme Court. Dat wil zeggen, het vermogen van het volk om politici te kiezen en de regering wordt gecontroleerd door het niet mogelijk maken voor hen om de rechters van het Supreme Court te kiezen.

In realiteit worden ze echter wel gekozen door de president en goedgekeurd door de Senaat. Volgens Woodburn worden de mensen in een republiek, als onderscheiden van een democratie, niet alleen gecontroleerd bij de keuze van politici, maar ook bij het maken van wetten. [4]

In de Amerikaanse grondwet bestaat een Bill of Rights die bepaalde rechten van het individu beschermt. De individuele rechten opgesomd in de Bill of Rights kunnen niet worden weggestemd door de meerderheid van de burgers, indien zij het wensen een minderheid te onderdrukken of te beperken in hun vrijheid. Om een einde te maken aan deze rechten zou een tweederde meerderheid van de stemmen van het Congres alsmede een ratificatie door drie vierde van de Staten nodig zijn. 

Echter, James Madison, Thomas Jefferson en anderen hielden de overtuiging dat de federale regering niet de enige of laatste rechter van haar eigen bevoegdheid hoort te zijn. In de Resoluties van Virginia, de Resoluties van Kentucky en in andere stukken, hebben verschillende individuen aangegeven dat de mensen van de individuele staten de laatste controle op de federale macht zijn. Dit om de grondwet te waarborgen. De mensen in elke staat hebben dus de uiteindelijke macht met het oog op het behoud van de federale grondwet en het tegengaan van misbruik daarvan.

Hoewel een constitutionele republiek geen zuivere democratie is, heeft het een aantal democratische elementen. Zoals de mogelijkheid van het volk om een president te kiezen. In Amerika is er echter ook een controle geplaatst op de meerderheid van het volk bij deze verkiezing, de stem van het volk beslist niet per definitie wie de winnaar wordt.

Naties waarbij het staatshoofd niet gekozen is, zoals in een monarchie, maar die wel een parlement hebben waarbij gekozen vertegenwoordigers regeren volgens de constitutie, worden constitutionele democratische monarchieën genoemd. Beide worden beschouwd als liberale democratieën, omdat ze de individuele vrijheid beschermen tegen de meerderheidmacht en de minderheidsmacht, terwijl er toch behoud is van een aantal democratische elementen.

Een representatieve democratie kan een constitutionele republiek zijn, maar dit hoeft niet. Bijvoorbeeld de Verenigde Staten van Amerika, is een representatieve democratie, maar het overheidssysteem is veel complexer dan dat alleen. Het is niet alleen een simpele representatieve democratie, maar een constitutionele republiek waarbij de macht van de meerderheid getemperd wordt door de bescherming van individuele rechten door de wet. [5]

Nederland als constitutionele republiek

Nederland is momenteel een combinatie van een parlementaire democratie en een monarchie. Verwarring kan ontstaan bij de beoordeling van de functie van de constitutie in de huidige situatie ten opzichte van die in een constitutionele republiek.

Allereerst is de Nederlandse grondwet door de geschiedenis heen arbitrair gevormd en heeft dan ook niet louter als basis vrijheid en de bescherming van individuele rechten. Ten tweede heeft Nederland geen toetsingsrecht waarbij een rechter bekijkt of nieuwe wetten in strijd zijn met de grondwet.

Aangezien de grondwet de hoogste wet is, lijkt de Nederlandse situatie niet geheel kloppend en uniek. Dat is het in de EU in ieder geval wel, omdat hier Nederland en Finland de enige twee landen zijn waarbij een dergelijke toetsing verboden is. Er zijn steeds meer voorstanders voor het opheffen van dit verbod. In Nederland gaan internationale verdragen zelfs boven de Grondwet. 

De Verenigde Staten en de Duitse Bondsrepubliek hebben wel een toetsingsrecht, hoewel deze momenteel niet consequent wordt toegepast. Het verschil met Nederlandse volksvertegenwoordigers en vertegenwoordigers in een constitutionele republiek is, dat Nederlandse vertegenwoordigers grondwetten kunnen omzeilen middels de introductie van nieuwe wetgeving.

Steeds vaker wordt er gesproken over de omvorming van de Nederlandse democratie naar een constitutionele republiek. Een eerste stap hiervoor zou de eerder genoemde grondwettelijke toetsing kunnen zijn.

Een beweging om hier een start mee te maken kwam van Femke Halsema van GroenLinks. Het “wetsvoorstel-Halsema constitutionele toetsing” is een initiatiefwetsvoorstel dat beoogt de Nederlandse grondwet zodanig te wijzigen dat grondwettelijke toetsing van formele wetten in bepaalde gevallen mogelijk wordt.

In Nederland kunnen formele wetten niet door de rechter worden getoetst (beoordeeld) op hun grondwettigheid; dit kan uitsluitend voor Koninklijke Besluiten, Algemene Maatregelen van Bestuur alsmede verordeningen en degelijke van lagere overheden.

Hierin kan verandering komen omdat een voorstel tot grondwetswijziging van Femke Halsema in december 2008 in eerste lezing is aanvaard. Dit voorstel geeft de rechter de bevoegdheid formele wetten te toetsen aan de klassieke grondrechten in de grondwet. De tweede lezing moet nog worden ingezet, dit gebeurt vermoedelijk na de installatie van het nieuwe kabinet.

Voor een volledige overgang naar constitutionele republiek is een volledige grondwetswijziging nodig. Dit gaat doorgaans niet zonder slag of stoot. Nu is het zo dat er, zoals te zien is bij het initiatief van GroenLinks, twee lezingen nodig zijn met verkiezingen ertussen met respectievelijk een gewone en een tweederde meerderheid.

D66 noemde dit eerder een “bijzonder zware en tijdrovende procedure die niet langer houdbaar is in een tijd waarin veranderingen zich bijzonder snel voltrekken”. D66 wil de procedure voor een grondwetswijziging vereenvoudigen. Niet alle politieke partijen zijn het hier mee eens. Grondswetswijzigingen zouden volgens D66 mogelijk moeten zijn in één kabinetsperiode (slechts één lezing dus), maar wel met een tweederde meerderheid (beide Kamers of in een verenigde vergadering). Dit zou het overgangsproces kunnen versnellen.

Draagvlak onder de Nederlandse bevolking en binnen de Nederlandse politieke blijft van belang bij het vormen van Nederland naar een constitutionele republiek. 

Ondersteuning

Alexander Tsesis beschrijft het volgende in The Thirteenth Amandment and American Freedom: A Legal History: een constitutionele republiek betekent “een staatsbestel met vertegenwoordigers gestoeld op fundamentele wetten, waarbij elk persoon het recht heeft te komen tot zijn of haar volle potentie en visie van het goede leven. In een dergelijke samenleving is het algemene welzijn het cumulatieve resultaat van vrije en gelijke individuen die streven naar zinvolle doelstellingen”. [6] 

Tegenstelling

Een tegenstelling van een constitutionele republiek is de directe democratie.

Referenties 
[1] Levinson, Sanford. Constitutional Faith. Princeton University Press, 1989, p. 60 
[2] House, Wayne H. Christian and American Law. Kregel Publications. p. 101 & Honohan, Iseult. Republicanism in Theory and Practice. Routledge UK 2006. p. 115 
[3] Delattre, Edwin. Character and Cops: Ethics in Policing, American Enterprise Institute, 2002, p. 16. 
[4] Woodburn, James Albert. The American Republic and Its Government: An Analysis of the Government of the United States, G. P. Putnam, 1903, pp. 58-59
[5] Scheb, John M. An Introduction to the American Legal System. Thomson Delmar Learning 2001. p. 6